Een ambitieus Vlaanderen heeft
een Bouwmeester nodig.
Wij nemen vol onbegrip kennis van de voorgenomen hervorming van het bouwmeesterschap. De kwaliteit van onze leefomgeving én van de architectuurpraktijk in Vlaanderen is op verschillende fronten bedreigd als de bouwmeester (als persoon en als team en als onafhankelijke institutie) wordt uitgehold. Het gaat over de kwaliteit van onze openbare gebouwen, publieke ruimtes, infrastructuren en landschappen. Maar ook om de kansen die de ‘open oproepen’ en andere wedstrijdformules bieden aan (jonge) architectenbureaus én aan publieke overheden om mee te bouwen aan een kwalitatieve leefomgeving. Drie bouwmeesters hebben op 15 jaar tijd een reeks open en transparante procedures uitgewerkt om publieke bouwheren bij te staan: gemeenten, steden, huisvestingsmaatschappijen, de Vlaamse overheid, en vele anderen. Daardoor zijn vandaag verspreid over Vlaanderen meer dan 200 kwalitatieve architectuurprojecten gerealiseerd, terwijl er nog tientallen in de steigers of op de tekentafel liggen. De kwalitatieve ruimtes en gebouwen die vandaag zijn en worden gebouwd hebben zowel het Vlaamse architectuurbeleid als de architectuurpraktijk internationaal op de kaart gezet. De voorgestelde maatregelen ondermijnen de goede werking van een performante Vlaamse overheidsdienst, en dreigen de verworvenheden terug te draaien. Waarom? Ten voordele van wat en wie? De onafhankelijkheid van de bouwmeester is primordiaal. Vanuit een duidelijke ambitie om de kwaliteit van onze leefomgeving te verhogen kan hij zo samenwerkingen opzetten met diverse (soms erg verkokerde) Vlaamse administraties en diensten, en met alle andere beleidsniveaus. Daarom verzetten we ons tegen een tijdelijk samengesteld college van part-time experts en het zogenoemd inkantelen (of verkokeren) van de werking van de Vlaams Bouwmeester in de administratie Ruimtelijke Ordening. Dit ondermijnt de onafhankelijkheid, de openbaarheid en de vrijheid van spreken van de betrokkenen. Hun tijdelijk statuut maakt dat ze nauwelijks meer op het beleid zullen kunnen wegen. De ‘primauteit van de politiek’ zet de deur bovendien wagenwijd open naar politieke benoemingen. En zo dreigen we terug te keren naar de bouwcultuur die we net achter ons hebben gelaten, waarbij bouwopdrachten aan steeds dezelfde, politiek bevriende en vaak lokale ontwerpers worden toegewezen. Zo ontdoet Vlaanderen zich van een krachtige en performant instrument om bouwheren bij te staan bij de selectie van het beste antwoord op hun noden. De onafhankelijke, adviserende stem van het bouwmeesterschap is met andere woorden broodnodig om het algemeen en culturele belang van investeringen met publieke gelden in gebouwen en infrastructuur te vrijwaren en te versterken. De recente overstromingen, de nood aan meer plaatsen in de zorg, in scholen en in de kinderopvang, en andere recente nieuwsfeiten, maken overduidelijk dat ons land is volgebouwd, en dat we bijgevolg op andere, slimmere manieren met onze ruimte om moeten gaan. Als de antwoorden op deze grote maatschappelijke uitdagingen leiden tot banaliteit en middelmatigheid in onze steden en gemeenten, dan laat Vlaanderen een kans liggen om een kwalitatieve toekomst te bouwen. Een ambitieus Vlaanderen heeft dus een ambitieuze bouwcultuur en bouwmeester nodig. Drie Vlaamse Bouwmeesters hebben Vlaanderen en de Vlaamse overheid architecturaal en cultureel zeer sterk op de kaart gezet. Ze hebben vele actoren en verenigingen in Vlaanderen bijgestaan om te bouwen aan kwalitatieve en performante ziekenhuizen, scholen, stadhuizen, overheidsgebouwen, pleinen, en zo veel meer. Daarom protesteren wij met klem tegen het voornemen om zomaar, zonder enige evaluatie, komaf te maken met de bestaande werking en met de positieve dynamiek die op 15 jaar tijd is ontstaan. We roepen daarom burgers, opdrachtgevers, ontwerpers en het middenveld op om samen voor een performante doorstart van de Vlaams Bouwmeester te pleiten. |
|